Javascript Menu by Deluxe-Menu.com

Oersik in 1:43,5

Officieel heet dit locomotiefje de 'Locomotor serie 103-150'. Al snel onstond de bijnaam 'Oersik', afgeleid van de iets later gebouwde en bekendere Sik-en van de serie 201-369. De eerste zeventien exemplaren werden in 1930 gebouwd bij de Berliner Maschinebau A.G. in Berlijn. Een jaartje later bouwde het Amsterdamse Werkspoor elf extra exemplaren, uiteindelijk gevolgd door nog eens 22 stuks. De laatste locomotor ging in 1948 aan de kant. Maar... in Buitenlust rijdt er nog steeds eentje rond.

Dit project begon met een etsplaat, ontworpen door Edwin Poppelaars. Dankzij het werk van Edwin hebben verschillende mensen een Oersik in spoor 0 en 1 kunnen bouwen. De Oersik stond al een tijdje op mijn verlanglijstje en dus had ik ook zo'n etsplaat besteld. Nadat de plaat jaren op de plank had gelegen was het hoog tijd om het locje maar eens te gaan bouwen.

Met een stapel foto's, een kopie van de oude tekeningen en het voorbeeld van Edwin was de bouw van het messing model goed te doen. Niet alles paste even goed, maar met wat improviseren stond de basis snel op tafel. Ik wilde de Oersik bouwen zoals hij de laatste jaren bij de NS reed. Dus zonder de automatische koppelingen. De Oersik past zo beter bij de rest van mijn materieel en er is makkelijker mee te rangeren. Strikt genomen hoort de Oersik natuurlijk niet thuis in het jaren '60 tijdperk van Buitenlust, maar je hoeft niet altijd zo strak in de leer te zijn.

De voorkant past echt net tussen de zijkanten. Het is sowieso een beetje zoeken hoe breed de loc moet zijn. Duidelijke markeringen voor de zijkanten ontbreken op de bufferbalken. Ik denk dat het zo wel aardig klopt. Het is in elk geval heel belangrijk om alles precies haaks aan elkaar te zetten, anders loop je later vast.

De voorkant, de achterkant, het dak en de onderkant blijven losse onderdelen. Ze zitten met boutjes aan elkaar. Het model is zo een stuk gemakkelijker te spuiten en het kan altijd weer uit elkaar als het nodig mocht zijn.

Dan de aandrijving. De grootste puzzel. Edwin heeft alleen de etsplaat getekend en de aandrijving moet je zelf verzinnen. Ik had nog nooit een aandrijving ontworpen, maar hoe moelijk kan het zijn? Ik wilde in elk geval aandrijving op beide assen en een as kantelbaar uitvoeren. Met zo'n 'gecompenseerd' onderstel staat de loc altijd met alle wielen stabiel op de rails, wat de stroomafname en de loopeigenschappen flink vooruit helpt. De aandrijving heb ik op een kladje uitgerekend en vervolgens getekend in Adobe Illustrator. Eigenlijk moet je zoiets in een CAD-programma doen, maar dit was wel zo snel.

De aandrijving heb ik opgebouwd met twee gearboxes van Slater's, plus wat messing tandwielen van GHW en een Faulhaber motor. De gearboxes hebben tandwielen met een schuine vertanding. Hierdoor staat de aandrijving bij stilstand niet op slot, zoals bij een wormwiel. Je kunt de Oersik met de hand vooruitduwen, waarbij de hele aandrijving meeloopt.

Het plaatmateriaal heb ik laten lasersnijden uit messing bij PPD. De blokjes messing heb ik met de hand gezaagd en voorzien van gaten met schoefdraad. Via de blokjes zet ik de plaatjes met schroeven aan elkaar. De aandrijving blijft redelijk demonteerbaar.

Werkt dat? Jazeker. Tot mijn verrassing loopt de aandrijving als een Zwitsers uurwerk. Niet slecht voor een eerste avontuur met tandwielen.

Tussen de zijkanten en de centrale aandrijfas was nog net plaats voor een LokPilot 5 decoder en een kleine stroombuffer. Ook heb ik er een printplaatje tussen gefriemeld met de weerstanden voor de verlichting. Het past allemaal maar net.

De motor valt mooi in de motorhuif en het geheel zit strak opgesloten tussen de zijkanten. Het hele model wordt bij elkaar gehouden met acht kleine boutjes M1.

Na spuiten en verder afwerken staat het model op de baan. Het schilderen van het kleine model was toch nog een flinke klus.

Voor het trekken van de strakke biezen heb ik deze 'Edding hack' verzonnen. Op de Oersik heb ik een dunnere Edding stift gebruikt dan bij deze eerste test, maar het idee is hetzelfde.

Het model heeft een behoorlijk trekkracht en kan kruipen als een echte rangeerloc. In een wat grotere schaal zijn zulke kleintjes extra leuk. Raar... maar waar.

Drie Nederlandse rangeerlocs op een rijtje: Bakkie NS615, Oersik NS138 en gewone Sik NS256.

2020

 

0

Download

Oersik aandrijving tekening

oersik.pdf

© Huib Maaskant - Alle rechten voorbehouden - aim@floodland.nl