Javascript Menu by Deluxe-Menu.com

Digitaal bloksysteem

Project Waldberg is een voorbeeld van een modelbaan die geheel met de computer wordt bestuurd. De treinen rijden net als bij het grote voorbeeld in een computergestuurd bloksysteem. Om zo’n bloksysteem te realiseren heb je naast het digitale systeem een computer met een programma als Koploper of Railroad & Co. nodig. Een computergestuurd bloksysteem is de meest geavanceerde oplossing. Je kunt ook een digitaal bloksysteem realiseren zonder computer of desnoods gebruik maken van een ouderwets analoog bloksysteem. Laten we de mogelijkheden eens op een rijtje zetten...

Een traditioneel analoog bloksysteem heeft blokken waarin de seinen een actieve rol vervullen. Voor elk sein ligt een stuk spoor dat stroomloos is als het sein op onveilig staat. De trein stopt abrupt wanneer hij het stroomloze stopstuk bereikt. Het sein wordt automatisch bediend door schakelrails of handmatig via schakelaars. De verlichting, de rookgenerator of een ingebouwde geluidsmodule zullen niet werken wanneer de trein voor het onveilige sein staat. De loc krijgt immers helemaal geen stroom meer.

Een traditioneel digitaal bloksysteem is ongeveer gelijk aan het analoge bloksysteem. De treinen krijgen nu echter digitale spanning in plaats van gewone gelijk- of wisselstroom. Bij een sein komt de trein tot stilstand door het onderbreken van de rijspanning. De trein stopt daardoor plotsklaps. Ook zullen licht, rook en geluid niet werken voor een onveilig sein. Deze problemen zijn op te lossen door een speciale seinmodule te gebruiken. De seinen worden bediend via schakelrails, schakelaars of decoders. De mogelijkheden van zo’n bloksysteem zijn enigszins beperkt.

Een computergestuurd bloksysteem zit anders in elkaar. Met computerbesturing vervalt de stroomonderbreking. Het programma weet welke trein een onveilig sein nadert en laat de trein langzaam afremmen door kort na elkaar rijopdrachten met een lagere snelheid te geven. De laatste opdracht laat de trein vlak voor het sein stoppen. Precies het tegenovergestelde gebeurt wanneer het sein op groen gaat. De trein trekt op doordat het programma de trein door opeenvolgende rijopdrachten sneller laat rijden. Het grote voordeel is dat het tempo van afremmen en optrekken per trein apart is in te stellen. Ook kan per blok een andere maximumsnelheid worden vastgelegd. Zo is een veel realistischer rijgedrag te bereiken.

Deze methode werkt alleen als het programma weet waar de trein zich in het blok bevindt en welke trein dat is. Je moet dus in elk blok terugmeldcontacten inbouwen. De meeste programma’s werken optimaal met drie contacten per blok. Het eerste contact ligt aan het begin van het blok. Zodra een trein dit contact passeert, wordt het blok als bezet beschouwd en zal het voorgaande sein op rood worden gezet. Het tweede contact ligt ongeveer halverwege het blok en in H0 zo’n één tot twee meter voor het sein. Als het sein op rood staat, zal de trein bij dit contact beginnen met afremmen. Het tweede contact wordt ook wel de ‘remmelder’ genoemd. De trein remt af tot een minimale snelheid en sukkelt voort tot het bereiken van het derde contact dat vlak voor het sein ligt. Het programma stopt nu de trein. Het derde contact wordt wel omschreven als de ‘stopmelder’.

Niet alle programma’s werken letterlijk op deze manier, maar hanteren wel soortgelijke principes. Hoeveel contacten je per blok moet inbouwen en waar ze zich precies moeten bevinden verschilt een beetje van programma tot programma. Je kunt beter eerst een bepaald programma kiezen en de documentatie goed doorlezen voor je je baan met de soldeerbout te lijf gaat of je volgende baan gaat plannen.

Maar wat doe je nu als je al een mooie baan hebt en niet van plan bent om alles weer op te breken? Daar is een trucje voor. Waarschijnlijk heb je al een analoog bloksysteem dat met een stopsectie voor het sein werkt. Je kunt de bestaande aansluitingen van het blok gebruiken door met stroomdetectie te werken. Het blok wordt dan opgesplitst in twee secties, waarbij het eerste en het tweede contact samenvallen. Deze truc werkt alleen als je programma overweg kan met twee contacten per blok. De meeste programma’s kunnen dat, maar de resultaten willen nog wel eens tegenvallen. Met het programma Koploper heb je geen problemen.

Een uitgebreid verslag is te lezen in de Railhobby van maart 2004.

2004

 

II-Z

Download

Download alle tekeningen als PDF om ze beter te bekijken.

bloksysteem.pdf (168 kb)

© Huib Maaskant - Alle rechten voorbehouden - aim@floodland.nl